In de media: Utrechts Nieuwsblad, 4 september 2003.

IJsselstein door het oog van de fotograaf

Wedstrijd rondom mooiste plekjes in de stad

“IJsselstein door het oog van de fotograaf”

Utrechts-Nieuwsblad-Fotowedstrijd-IJsselstein-Martin-Planken

Martin Planken op de Vestingsmuur, voor hem de meest bijzondere plek van IJsselstein. (Foto Marnix Schmidt)

“Het idee voor Fotowedstrijd IJsselstein 2003 ontstond een week of vijf geleden toen ik een vriendin uit Arnhem IJsselstein liet zien. Je bekijkt je eigen woonplaats dan met andere ogen en merkt dat je een eigen wijze van kijken hebt ontwikkeld in de loop der jaren.”

Aan het woord is Martin Planken (29), geboren in Utrecht, maar al 27 jaar wonend in IJsselstein. Planken heeft veel gereisd. Zijn reislust bracht de commercieel econoom, die nu in de consultancy werkt, onder meer in Marokko en Sri Lanka. Voor zijn studie reisde hij naar de VS en Denemarken, waar zijn aandacht uitging naar cultuur en historie. Deze interesse en het authentieke karakter van IJsselstein leidde uiteindelijk tot het initiatief voor de Fotowedstrijd IJsselstein. “Ik was benieuwd hoe andere mensen naar IJsselstein en hun directe woonomgeving kijken.”

Planken nodigt deelnemers uit een foto te maken van een plek die voor hen het meest karakteristiek is voor IJsselstein. Dat mag een gebouw zijn, maar ook natuur, een vergezicht of een luchtfoto. Zelf streeft Planken er als verwoed fotograaf naar de omgeving altijd aanvullend te laten zijn op het onderwerp. “Wanneer ik bijvoorbeeld een kunstvoorwerp in de openbare ruimte fotografeer, kijk ik ook naar de omgeving en probeer ik zo evenwicht tussen object en omgeving op de foto te creëren.”

Deelnemers moeten in maximaal dertig woorden de keuze voor hun inzending motiveren. Planken geeft daartoe een voorzet bij zijn eigen plek, het Vestingplantsoen: “Oud en Nieuw IJsselstein komen hier symbolisch samen door de wederopbouw van de eeuwenoude stadsmuur. Een vernieuwing met behoud van karakter tijdens de uitbreiding van IJsselstein de afgelopen dertig jaar”.